S
SALLY-ANNE TEST
Sally-Anne (om de vermogens tot ‘Theory of Mind’ te testen bij kinderen)
Lees meer hierover bij: Theory of Mind en bij Testen.
STOORNIS
Deze term dient te worden gebruikt ter aanduiding van de niet (meer) aanwezige of defecte functie of specifieke structuur. Deze definitie is afkomstig van de terminologie die de Wereld Gezondheid Organisatie adviseert (het `Stoornis-Beperkingen-Handicap Model`).
Lees meer hierover bij: Ontwikkelingsstoornis en bij Pervasieve Ontwikkelingsstoornis.
SYNDROOM VAN ASPERGER
Het syndroom van Asperger, ook wel aspergersyndroom of stoornis van Asperger, is een pervasieve ontwikkelingsstoornis vernoemd naar de Weense kinderarts dr. Hans Asperger. Het syndroom kenmerkt zich door beperkingen in de sociale interacties en een beperkt repertoire aan interesses en activiteiten. Anders dan bij de klassieke autistische stoornis is er geen sprake van vertraging in de ontwikkeling van de taalvaardigheid op lage leeftijd. Er is een normale tot hoge intelligentie en een gemiddelde neiging tot het maken van contact.
In de in 2013 uitgebrachte versie van het diagnostisch classificatiesysteem DSM, DSM-5, is het syndroom van Asperger als aparte diagnose verdwenen. Het wordt nu samen met klassiek autisme, atypisch autisme, MCDD, PDD-NOS, het syndroom van Rett en desintegratiestoornis van de kinderleeftijd als één categorie benoemd: autismespectrumstoornis. Dit wil niet zeggen dat de term aspergersyndroom niet meer kan worden gebruikt, maar men vindt dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om het nog langer als afzonderlijke entiteit binnen het autismespectrum te beschouwen.
bron: Wikipedia
SAVANT / SAVANTSYNDROOM
De term savantsyndroom is een label voor iemand met een autistische stoornis en/of mentale retardatie die zeer bijzondere geestelijke vermogens heeft op één bepaald terrein. De term idiot savant, geleerde dwaas, is verlaten vanwege de onaangename bijklank. Vaak hebben deze mensen een wiskundig vermogen dat niet-rationeel lijkt, ze kunnen razendsnel zeer gecompliceerde berekeningen in hun hoofd uitvoeren. Overigens is het wel zo dat hoe complexer de berekeningen zijn, hoe trager het antwoord wordt gegeven.
Andere mensen met het savantsyndroom hebben een zeer sterk ontwikkeld geheugen voor bepaalde dingen. Ze kennen bijvoorbeeld een hele boekenkast uit het hoofd of kunnen een stuk muziek dat ze jaren geleden hebben gehoord feilloos naspelen. De Schotse schilder Richard Wawro kon uit het geheugen zeer gedetailleerde tekeningen maken en kon zich ook al zijn tekeningen herinneren, terwijl hij verder ernstig geretardeerd en autistisch was.
bron: Wikipedia
SENSORISCH
Sensorisch betekent zintuiglijk. Er wordt daarom ook wel van zintuiglijke prikkelverwerking gesproken. Onze zintuigen geven informatie die wij nodig hebben om te kunnen functioneren in het dagelijkse leven. We moeten ons veilig voelen en ons kunnen aanpassen aan de steeds wisselende omstandigheden. De zintuigen ontvangen informatie van zowel binnen als buiten ons lichaam. De informatie die via de zintuigen binnenkomt, komt samen in het zenuwstelsel en dit zorgt er voor dat de informatie goed wordt verwerkt. Zo weten we steeds wat er in ons lichaam en in de omgeving aan de hand is, en kunnen we daar adequaat op reageren.
Voor iedere activiteit die we doen, hebben we een bepaald niveau van activatie nodig, passend bij die activiteit.
Klik HIER voor de sensorische vragenlijst.
bron: www.senvzw.be
SENSORISCHE INTEGRATIE
Sensorische integratie en autisme
Bij kinderen met autisme zien we vaak dat ze moeite hebben met het verwerken van prikkels.
Onze zintuigen krijgen prikkels binnen. We hebben 5 zintuigen aan de buitenkant: zicht, tast, reuk, gehoor en smaak. Aan de binnenkant hebben we 2 belangrijke bewegingszintuigen: diepe druk, het ervaren van de houding van je lichaam in de ruimte en het evenwichtszintuig, het ervaren van bewegingen van je hoofd. Daarnaast zijn er nog ongeveer 15 zintuigen in je lichaam die aangeven wanneer je buikpijn hebt, honger hebt, etc.
Sensorische informatieverwerking bij autisme:
Sensorische informatieverwerking is het verwerken door de hersens van prikkels/informatie uit deze zintuigen, zodat je goed kunt inspelen op situaties. Is er echter een storing in de sensorische informatieverwerking dan gaan we er wel van uit dat de zintuigen goed werken, maar is de informatie naar de hersenen anders of wordt niet verwerkt. Bij kinderen met autisme zien we vaak dat ze niet goed kunnen reageren. Dit heeft gevolgen in het dagelijks leven. Alles kost meer inspanning, moeite, op veel niveaus.
Overprikkeling:
Een veel voorkomend probleem is overprikkeling. Het lijkt dan of deze prikkels het kind pijn doen en of ze als gevaarlijk worden ervaren.
Dit heet een zintuigelijke afweer, een verkeerde waarneming die ervoor zorgt dat kinderen een op het oog overdreven reactie kunnen geven op bijvoorbeeld bepaalde kleding of aanraking. De reactie kan ook verschillend zijn, zo kan een streling bedreigend zijn en een stevige omhelzing heel rustgevend.
Onderprikkeling:
Onderprikkeling kan ook voorkomen. Hierbij worden prikkels niet goed verwerkt en dus reageren kinderen niet of veel te langzaam. Ze zoeken dan vaak extra bewegingsprikkels om wel de alertheid te blijven voelen (fladderen, tenen lopen, etc).
Zowel overprikkeling als onderprikkeling heeft invloed op je alertheid.
Bij onderprikkeling ben je minder alert, bij overprikkeling ben je veel te alert. Als kinderen te alert zijn, kun je rustgevende prikkels geven, bij weinig alertheid hebben ze behoefte aan sterkere prikkels.
Voorbeelden van prikkelingen:
- slecht slapen
- altijd iets in je mond stoppen, bijten
- eetproblemen
- handen voor je oren houden
- overbeweeglijk zijn, niet stil kunnen zitten
- fladderen
- op de tenen lopen
- geen pijn voelen
- rondrennen, lopen, op de kop staan
- slaan en wild worden, haren trekken, bijten, knijpen
- niet de trap op en af kunnen zonder hulp
- van de stoel afvallen
- moeilijk op gang komen
-pijn of huilen bij het aantrekken van kleren
Bij herkenbaar gedrag kun je contact opnemen met een sensorisch integratietherapeut.
Doel van sensorische integratietherapie:
Het doel van de therapie is om verandering aan te brengen in de manier waarop de hersenen van een kind zintuigelijke informatie organiseren, zodat het kind beter gaat reageren op prikkels en een betere interactie met de wereld om hem heen zal krijgen. De alertheid zal toenemen als de prikkels beter worden afgestemd.
bron: www.stichting-groei.nl
SEROQUEL
Quetiapine (de werkzame stof in Seroquel) behoort tot de atypische antipsychotica. Het vermindert in de hersenen het effect van natuurlijk voorkomende stoffen, voornamelijk dopamine. Hierdoor verminderen psychosen en onrust.
Klik HIER voor meer informatie.
SOCRATISCHE (GESPREKS)METHODE
De Griekse filosoof Socrates heeft tweeduizend jaar geleden al laten zien wat de belangrijkste stap voor het oplossen van een probleem is: het stellen van de juiste vragen. Lastig aan de socratische methode is dat deze van langzaam denken uitgaat en veel tijd kost.
Meester in vragen stellen
Socrates (470-399 voor Christus) wist velen het leven zuur te maken door voortdurend lastige vragen te stellen. Hij beweerde dat het enige wat hij van zichzelf wist was dat hij niets wist. Maar omdat politici, dichters en vaklieden van Athene claimden dat zij wel over de nodige kennis beschikten ondervroeg Socrates hen om uit te vinden waaruit deze kennis dan uit bestond.
Vaak stonden de ondervraagden al snel met de mond vol tanden. Dit tot grote vreugde van een groep jongeren die Socrates op zijn tochten door de stad vergezelde. Het stellen van kritische vragen viel niet altijd in goede aarde. Socrates werd uiteindelijk tot de gifbeker veroordeeld voor het bederven van de jeugd.
Socratische methode stap voor stap
De Socrates methode bestaat uit de volgende stappen:
1. Neem een uitspraak die overeen komt met wat men 'gezond verstand' noemt.
2. Zoek naar omstandigheden of situaties waarin de uitspraak onjuist zou zijn.
3. Als je een uitzondering of tegenwerping hebt gevonden moet de definitie fout zijn, of in elk geval onnauwkeurig.
4. De oorspronkelijke uitspraak moet worden genuanceerd, er moet iets worden veranderd of toegevoegd om rekening te houden met de uitzondering.
Herhaal deze stappen wanneer weer een uitzondering op de verbeterde uitspraak wordt gevonden. De waarheid kan immers alleen liggen in een uitspraak waarvan niet kan worden aangetoond dat die onjuist is.
Aanvulling afkomstig van Wikipedia:
Hoe gaat Socrates volgens Plato nu te werk bij het in contact brengen met de vormenwereld? Hij bespreekt gewoonlijk een vraag zoals “wat is rechtvaardigheid?”. Dat is natuurlijk in feite een poging contact te maken met de vorm van het Rechtvaardige. Zijn gesprekspartner komt dan op de proppen met een bepaalde definitie. Socrates gaat eerst mee in diens betoogtrant, en laat hem zijn definitie uitwerken: dat wordt Socratische ironie (eironeia) genoemd. Vervolgens geeft hij tegenargumenten, waarop de gesprekspartner moet toegeven dat zijn definitie niet houdbaar is, en dat hij niet weet wat dan wel een juiste definitie is: dat is elenchos, ‘het op de proef stellen’.
Wanneer zijn gesprekspartner door discussie met Socrates eenmaal weet dat hij eigenlijk niets weet, dán kan het echte werk beginnen. Socrates gaat nu proberen, door de juiste vragen te stellen, tevoorschijn te halen wat hij wél kan weten over het onderwerp. Hij stelt dan slechts de vragen, maar verschaft niet de antwoorden: die komen van zijn gesprekspartner zelf. Deze is hier bezig zijn eigen ziel te onderzoeken met zijn geest, om zijn kennis (epistêmê) over de vormen wakker te schudden. Deze kennis komt niet van Socrates, maar van hemzelf, door middel van anamnese. Socrates helpt alleen bij het tevoorschijn komen van deze kennis: dat wordt maieutiek genoemd, de ‘kunde der vroedvrouwen’, omdat hij als het ware iemand helpt bij het ‘baren’ van kennis. Volgens Plato is de ziel onsterfelijk en heeft vóór de geboorte van een nieuw individu de Vormen aanschouwd, het is nu alleen zaak om zich deze Vormen opnieuw te herinneren, om als het ware (zoals Socrates doet) de taak van de vroedvrouw te spelen om deze kennis terug te brengen. Plato beschrijft deze maieutiek blijkbaar alleen wanneer iemand door een ander wordt geholpen: niet wanneer hij zichzelf ‘helpt’ zijn eigen kennis te ontwikkelen. Dan is het simpelweg anamnese. Maieutiek geeft nog niet meteen contact met de vormen: de dialoog eindigt bij Plato meestal in onwetendheid (aporia). De ziel is nu voorbereid op het aanschouwen van de vormen, maar wanneer dit werkelijk zal gebeuren wordt mede bepaald door het lot of de goden of iets anders.
Hier werken dus maieutiek en anamnese samen om toegang te verschaffen tot kennis over de vormen. Eén van beide is steeds niet genoeg om het (voorbereidende) werk te doen. Anamnese wordt niet vanzelf in gang gezet: de herinnering kan in sluimertoestand blijven verkeren, zoals te zien in de meeste mensen die zich niet bezighouden met de filosofie. Elk mens heeft namelijk van nature die herinnering in sluimerende toestand meegekregen vanuit het prenatale contact met de vormenwereld, maar ontwikkelt deze niet noodzakelijkerwijs. Aan de andere kant kan maieutiek ook niet werken zonder anamnese: dan valt er niets te baren. Iets soortgelijks geldt ook voor anamnese en hermeneutiek: hermeneutiek is een manier om de anamnese op te wekken, maar zou zonder die herinnering niets uit te vinden hebben. Het verband tussen maieutiek en hermeneutiek is wat minder in het oog springend. Beide zijn aspecten van de socratische methode, zoals hierboven beschreven. Hermeneutiek is de manier waarop Socrates te werk gaat, maieutiek is wat hij probeert te bereiken. Alle drie zijn kernbegrippen in het werk van Plato.
SOCRAUTISCHE GESPREKSMETHODE
Gesprekken voeren met mensen met autisme volgens de SocraUtische gespreksmethode (ontwikkeld door Autisme Centraal, Gent – BE)
De SocraUtische gespreksmethode is geen specifieke therapeutische methode maar een specifieke stijl van omgaan met mensen.
Centraal in de methode staat de omkering van de klassieke verhouding tussen leerling en leraar: het is niet de leerling die vragen stelt en de leraar die de antwoorden geeft, maar net andersom.
Autisme Centraal heeft met deze SocraUtische gespreksmethode de bestaande Socratische (gespreks)methode autismevriendelijk gemaakt zodat deze gebruikt kan worden in begeleidingsgesprekken en dergelijke.
Meer info: www.autismecentraal.com
SORTEERTAAK
Een sorteertaak kan worden ingezet als hulpmiddel, om inzichtelijk te krijgen of iemand bewuste keuzes kan maken, en zo ja, of diegene dat dan ook daadwerkelijk doet.
Een sorteertaak kan helpen om bepaalde zaken inzichtelijk te krijgen, die iemand (ten gevolge van een verstandelijke beperking -mogelijk in combinatie met een autismespectrumstoornis - ) wellicht niet direct onder woorden kan brengen.
Zo kan met betrekking tot het onderwerp ‘vrijetijdsbesteding’ een stapel foto’s op tafel worden gelegd van activiteiten die je in je vrije tijd kunt doen. Door twee mandjes op tafel te zetten onder de noemer ‘wel leuk’ en ‘niet leuk’ kan de betreffende persoon sellecteren welke dingen hij of zij al dan niet leuk vindt om te doen. Op deze wijze kan er gezocht worden naar passende vrijetijdsbesteding voor de betreffende persoon.
Als de betreffende persoon prima in staat is om verbaal te benoemen wat hij of zij al dan niet leuk vindt om te doen, dan is zo’n sorteertaak vanzelfsprekend niet (perse) nodig.
SWITCHTAAK
Lees HIER meer over ‘training van cognitieve flexibiliteit door middel van een switchtaak’.
SON-RISE
Son-Rise ®
Son-Rise is een Amerikaanse methode voor kinderen met autisme welke thuis wordt uitgevoerd. Omdat het Son-Rise programma er van uit gaat dat de ouders het kind het beste kennen, worden ouders opgeleid om het programma zelf thuis te draaien.
Het uitgangspunt is dat kinderen met autisme geen gedragsstoornis hebben maar een contactstoornis; ze hebben problemen met het aangaan van contact met anderen. De methode werkt vanuit de principe dat het kind altijd zijn best om voor zichzelf te zorgen, ook op momenten waarbij het gedragingen laat zien welk voor de meeste mensen als raar of storend ervan wordt. De wereld voor een autistisch kind is verwarrend en omdat die overladen wordt door te veel indrukken, zorgt het kind voor zichzelf door in zichzelf te keren en repetitieve gedragingen te vertonen. Tijdens het werken wordt gebruikt gemaakt van bepaalde principes zoals het kind volledig te accepteren zoals hij is en op een energieke manier met het kind werken om het kind te stimuleren om contact te willen maken.
Het Son-Rise programma wordt uitgevoerd in een stimulus arme ruimte (de playroom genoemd) waardoor het voor het kind zo makkelijk mogelijk is om zijn aandacht te richten op de ander in de kamer. Er wordt één op één met het kind gewerkt. Op momenten dat het kind in zichzelf gekeerd is, laat de speler hetzelfde gedrag zien als het kind om deze zo te laten merken dat zijn wereld begrepen wordt. Dit wordt joinen genoemd. Op momenten dat het kind begint contact te maken, wordt gebouwd op de motivaties van het kind tot dat het kind uiteindelijk met je mee gaat doen.
Omdat Son-Rise autisme ziet als een contactstoornis, vormt het maken van contact, het hebben van oogcontact en het stimuleren van taal de basis van de methode. Er wordt uitgegaan van de gedachte dat wanneer het kind contact kan maken het daarna vanzelf toe gaat zijn aan schoolse principes zoals leren lezen en schrijven. Ook bij de schoolse principes aanleren wordt gebruik gemaakt van de motivaties van het kind.
Het Son-Rise programma deelt het kind in 5 ontwikkelingsstadia waarbij in het laatste (5e) stadium het kind zodanig sociaal ontwikkeld is dat het naar een gewone school kan gaan. In elk stadium wordt gekeken naar de vier ontwikkelingen waar aan gewerkt wordt (taal, oogcontact, tijdsduur van interactieve contact en hoe het kind fysieke contact toe laat)
Indien u meer informatie wilt over de Son-rise methode kunt u een blik nemen op www.son-rise.org. Hier kunt u ook filmpjes bekijken hoe er met kinderen gewerkt wordt volgens de methode. Zie hier een link naar wetenschappelijk onderzoeken naar de effectiviteit van het Son-Rise programma.
Autism Treatment Center of America: The Son-Rise Program
>>> Kijk in dit alfabet ook bij de letter ‘C’ bij ‘Contactgericht Spelen en Leren’
bron: www.autisme-helden.nl